Stoffen pop met papiermaché hoofd en kleding

ZOV-02157

pop, kleding

Jan Bleeker, Reynier Brons, Adrianus Koekebakker

Stoffen pop met papiermaché hoofd en kleding. Witte, met de hand genaaide pop (gevuld met haar) met onderarmen van hout. Het gezicht is geverfd met wangen en mond lichtroze, zwart haar en vaste glazen zwarte ogen zonder pupil met opgeschilderde wimpers.
Ze draagt een beige japon met ingeweven bloempatroon (roze, donkerrood, lichtblauw, oker en lichtgroen). De japon heeft een strakke verlaagde taille, spits lijf met aan de voorkant vier sierknopen en aan weerszijde drie plooien, achter zit een knoopsluiting. De japon heeft een verlaagde mouwinzet, met een uitlopende mouw, golvend, afgezet met vier banen glansdraad.
De ondermouwen zitten met een polsband en plooien vanaf de pols, gemaakt van doorzichtige witte stof met geborduurd blokpatroon. Ze draagt een chemisette van witte transparante stof met ingeweven blokpatroon en nopjes, vastgemaakt met kruisbanden aan achterzijde. Een wit hemd met een ronde hals met een geregen koordje dat sluit aan de voorzijde. Een wit rijglijfje gebreid met verticaal ingebreide banen over het middenlijf en vetersluiting voor. Ze heeft drie onderrokken, alle drie wit met brede zoom en een kanten rand met een plat buikgedeelte en zijkant buik naar achter plooiend, de sluiting aan achterzijde met band. De dijzak is rechthoekig en plat met een v-vormige opening vanaf tailleband naar het midden, een ingewerkt verticaal streeppatroon en een bandsluiting in taille. In dijzak zit een witte zakdoek (19 bij 20 cm.) met geklost kant. De onderbroek is wit met een gulp en een koordsluiting van driekwart lengte, met een gehaakte rand aan pijp. Daaronder met de hand gebreide witte kousen. Het schort is donkerbruin met opgeborduurd donkerblauw noppenpatroon, de plooival vanaf tailleband en sluiting met donkerblauw lint.
Ze draagt een poppenoorijzer met spelden, gemerkt met meesterteken van J.Bleeker, spelden hebben een glazen bol met daarin gekleurd glas (1 rode en 1 lichtbruin) met wit; daaronder rand in vorm van bloemblad en bolletjesoppervlak van metaal en daaronder ketting. Ze heeft ook een beugeltas met een zilveren beugel gemaakt door A. Koekebakker. Ook heeft ze een voornaald van goud, gemaakt door R. Brons, met aan de rand een bolletjespatroon en daarbinnen een reliëf van een plant/bloem.
Verder draagt ze nog een parelsnoer, een tule ondermuts, een lichtblauwe muts met een kanten randje en een witte muts met een zwart randje met middenboven een cirkel van witte tule met een doorgestopt bloemmotief bewerkt randje.

1825 - 1874

midden 19e eeuw

papier (geheel), linnen, zilver, glas, katoen, kant, batist