Rechtbon of bontje

ZOV-01385

kastmeubilair, bank

Naaldhouten kast, rechtbon of bontje. Model zeskant. Voorvlak met twee deuren, twee smalle hoek- en zijvlakken, recht achtervlak. Vier bolpoten. Onderdorpel met onder en boven rand. Deur en zijvlakken met rechthoekig lijstwerk, en zeer vlakke kussens. Bovendorpel en blad overstekend. Polychromie smaragdgroen, rand verguld, rood binnen. Koperen kruk aan deur. Dit bontje is afkomstig uit het interieur van Neeltje de Jager.
Rechtbon of bontje. De deurtjes bestaan uit een raamwerk, op de hoeken vergaard met dubbel getoogde slisverbindingen. In het raamwerk is een paneel gevat, bestaande uit twee verticale, met messing en groef vergaarde planken. De panelen zijn aan de voorzijde gedecoreerd met kussen met ingevouwen hoeken. De rest van de romp is koud gespijkerd. De achterwand bestaat uit zes verticale met messing en groef vergaarde planken, zonder kraslijnen koud op de romp gespijkerd. Bolschaafsporen op de achterzijde van de achterwand. Er zijn gesmede spijkers gebruikt. De gehele buitenzijde is meerdere malen overschilderd. De huidige bolpoten zijn later aangebracht. Dit meubel kan ook de onderkast van een porseleinkast zijn geweest met losse opstand. [Bron: de heer Hans Piena, conservator Wooncultuur, NOM]

1730 - 1770

naaldhout (geheel), metaal, koper, verf

Object in vaste opstelling