Portret van Trijntje Gerritsdr. Stock, echtgenote van Claas Arisz. Caeskoper

ZOV-05883

tekening, potlood, portret

Portret van Trijntje Gerritsdr. Stock (Koog aan de Zaan, 1649 - Koog aan de Zaan, 1709) echtgenote van de Koger
olieslager en koopman Claas Arisz. Caeskoper (Koog aan de Zaan, 1650 - Koog aan de Zaan, 1729).
Kniestuk, zittend, frontaal. De rechterhand rust in de schoot en houdt een kerkboekje vast; de linkerarm steunt op een tafel. Zij is gekleed in een donker jak met aan de binnenzijde baleinen, waardoor een stijf bijna cilindervormig lijf ontstaat. De baleinen zijn onder de arm net zichtbaar;aan de voorzijde zitten ze in een binnenvoering. Het jak heeft een schoot die tot iets boven de knie over de rok valt. De bovenkleding zal waarschijnlijk zwart of donkerbruin zijn. Een wit linnen schort met weinig vouwen completeert het geheel.
Over het jak draagt Trijntje een halsdoek die achter stijf geplooid is en voor recht omlaag valt. De punten zijn voorzien van grote garen akers (kwasten), die bijvoorbeeld ook op Marken gedragen werden. Middenvoor is de doek gesloten met een haakje in twee trensen. Onder de doek is, amper zichtbaar, het wit linnen hemd, waarvan onderaan de mouwen met de randen zichtbaar zijn. Tussen de randen van de hemdsmouwen en het jak is nog een laag te zien hetgeen waarschijnlijk een rood onderjak is. De kap is zo te zien gedragen zonder oorijzer. Of, als er een is, is deze nog - heel ouderwets - onzichtbaar. Het uiterlijk van boven- en ondermuts is niet te onderscheiden. Er zijn geen originelen bewaard gebleven. De donkere vlek op de linker slaap is een zogenaamde hoofdpijnplak, een zwart stukje stof waaraan een geneeskracht werd toegeschreven.
In de linker bovenhoek een molen. Links midden gesigneerd: 'J. Thopas Fecit'. In bruine lijst.

circa 1680 - circa 1680

perkament (drager), grafiet (beeld), loodstift (beeld)